maandag 17 mei 2010

Panna cotta van karnemelk met ovenrabarber

Gemaakt tijdens de kookworkshop van Janneke Vreugdenhil, mei 2010.
In de meeste recepten voor panna cotta wordt uitsluitend room gebruikt, wat het gerecht nogal zwaar maakt. Met karnemelk is het wat lichter en frisser. En minstens zo lekker. Ik ben door dit gerecht ook nog over mijn aversie tegen rabarber heen.

Voor 4 personen
Ingrediënten:

3 blaadjes gelatine
0,5 vanillestokje
200 ml slagroom
50 gr. fijne kristalsuiker
250 ml karnemelk
2-3 stengels rabarber
75 gr. rietsuiker
sap van 1 sinaasappel
een scheut Cointreau of Grand Marnier

4 timbaaltjes/puddingvormpjes/glaasjes

Bereiding:
Snijd het vanillestokje open. Schenk de slagroom in een steelpan en breng samen met het vanillestokje aan de kook. Neem van het vuur en laat 15 min. rusten. Week terwijl de gelatine 5 min. in ruim koud water.
Los 50 gr. suiker op in de nog warme room, vis het vanillestokje eruit, schraap de merg eruit en doe dit terug in de pan. Knijp de gelatine uit en los deze al roerend op in de room. Meng vervolgens de karnemelk door het mengsel en verdeel de vloeistof over de wormpjes. Laat ze minimaal 4 uur in de koelkast opstijven.

Verwarm de oven op 180 graden. Trek de stugge draden van de rabarber en snijd de stengels in grove stukken van ca. 3 cm. Verdeel deze over een braadslee. Bestrooi met rietsuiker en besprenkel met de sinaasappelsap en de likeur. Laat de rabarber in ca. 20 min. zacht worden in de oven.

Doop vóór het serveren de puddingvormpjes kort in heet water en keer ze om boven de vier borden. Je kan er ook voor kiezen de panna cotta uit een glaasje te eten. Leg de rabarber enaast en schenk wat van de siroop over de panna cotta.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten